
Door Heleen Bijl.
Heleen is staflid bij De Kampanje Sudburyschool en moeder van vijf kinderen, waarvan 3 op democratische scholen hebben gezeten en de jongste op de Kampanje Sudburyschool zit. Heleen is zelfstandig ondernemer, heeft een eigen bedrijf waarin wordt samengewerkt met kinderen in Namibie en ze beheert een stichting ter ondersteuning van een dorp in Rwanda. Daarnaast is ze dirigent van een koor.
Zo ongeveer zeven jaar geleden ging een van onze kinderen van een gereformeerd vrijgemaakte middelbare school naar een school die gebaseerd was op het systeem van de Amerikaanse Sudbury Valley School. En al snel volgden meer uit ons gezin. Niet een voor de hand liggende keus als je uit de gereformeerde wereld komt. We hebben veel gebeden om wijsheid.
Op een dinsdagmiddag, toen de jongste van twee het zag zitten om alleen op de peutergroep van die school te blijven, pakte ik de bijbel om te zoeken naar antwoorden. Hij viel open bij Spreuken 22:6. een tekst die voor mij volledig nieuw was. (Ik gebruikte de vertaling en uitleg van “Het Leven”).
“Leer een kind al vroeg wat hij moet weten: dan zal hij later daarnaar leven.”
De uitleg die daarbij gegeven werd raakte mij zeer: “Wat hij moet weten betekent letterlijk ‘in overeenstemming met zijn vermogens’ (die van het kind)”.
“Veel ouders willen alle beslissingen voor hun kind nemen, maar op de lange duur kwetst dit hem of haar. Als ouders een kind leren hoe het besluiten moet nemen, hoeven zij niet te letten op alles wat het doet. Zij weten dat hun kind op het goede pad zal blijven, omdat het zelf de beslissing genomen heeft. Leer je kind op de juiste manier te kiezen.”
Vooral die laatste zin bleef hangen. Een hele geruststelling want dat is een ding dat ze zeker leren binnen het Sudbury-onderwijs.
Wanneer je kijkt op de site van de Rijksoverheid staat daar te lezen: ”Toegankelijk en goed onderwijs is onmisbaar in onze kennismaatschappij. Investeren in kennis is investeren in de toekomst. De overheid spant zich daarvoor in. Scholen krijgen daarbij zoveel mogelijk vrijheid. Via het wetenschapsbeleid stimuleert de overheid prestatie en innovatie.”
Hieruit concludeer ik dat de motivatie voor het onderwijssysteem in Nederland is: het in stand houden van onze kenniseconomie. Ik concludeer ook dat de motivatie voor het christelijk onderwijs in Nederland hierin niet verschilt van openbaar onderwijs, de onderwijskundige visie is niet bewust anders.
Voor mijzelf heb ik ontdekt dat ik iets anders had verwacht van christelijk onderwijs.

Ooit schiep God de mens en bracht hem in de tuin van Eden om die te bewerken en erover te waken. (gen 2:15)
God schiep de mens als Zijn evenbeeld, als man en vrouw schiep Hij hen en zei: “Vermenigvuldig je, bevolk de aarde en onderwerp haar. Heers over de vissen, de vogels en alle dieren. Kijk om je heen! Overal op aarde staan zaaddragende planten en vruchtbomen, die ik jullie tot voedsel geef. Al het gras en de planten heb Ik als voedsel aan de dieren en de vogels gegeven.”
Toen overzag God alles wat Hij gemaakt had en het was heel goed. (gen1:26-31)
In deze opdracht lees ik niets over een kenniseconomie.
Sterker nog: Het ging mis op het moment dat de mens dacht dat ze wel verder konden op basis van hun eigen kennis.
God de Heer bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. Maar hij waarschuwde de mens : ”Je mag van alle bomen in de hof eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad. Want als je daarvan eet, zul je zeker sterven.” In plaats van hun wijsheid bij God te halen, degene die Alles gemaakt had naar Zijn onmetelijke wijsheid, zochten ze het in een vrucht van de wereld. Ze luisterden naar de vijand van de schepping.
Om te voorkomen dat de mens van de boom des levens zou eten en eeuwig zou leven, moesten ze de tuin uit. Via hen zou de Vijand anders ook eeuwig macht hebben in de tuin van Eden. God sprak een vloek uit over de slang en over de mens, met daarbij de belofte dat hun nageslacht de slang de kop zou vermorzelen. Gedurende de tijd van het oude testament komen via profeten steeds beloften en aanwijzingen over een persoon die de mensen zou verlossen van de verleiding en macht van de vijand. Zo ook wordt er gewaarschuwd tegen afgoden. In Jesaja 46 wordt geprofeteerd over een aantal daarvan:
“De afgodsbeelden van Babel, Bel en Nebo worden op wagens weggevoerd! Maar kijk! De trekdieren struikelen! De wagen slaat om en de beelden vallen op de grond! Is dat het beste wat zij kunnen? Als zij zichzelf niet kunnen behoeden voor zo’n val, hoe hadden zij dan ooit hun volgelingen kunnen beschermen?” in deze tekst rekent God af met Nebo, de God van kennis, onderwijs en letterkunde.
En sinds de opstanding van Jezus uit de dood, weten we dat we een nieuwe opdracht hebben: Bouwen aan het koninkrijk van God, dat komen gaat.
Jezus vertelt tijdens zijn verblijf op aarde regelmatig over het verschil tussen het koninkrijk van de wereld en het koninkrijk van de hemel. Dat verschil mogen Zijn volgelingen al in praktijk brengen in het nu tijdens het koninkrijk van de wereld. (zie bijv. Mattheus 13,18,19, 20, 22, 25)
In dit kader lees ik niets over een kennismaatschappij.
In Lukas 10:27 wordt duidelijk wat daarvoor belangrijk is: “Heb de Here uw God lief, met heel uw hart, heel uw kracht en heel uw verstand. En u moet net zo veel van uw medemens houden als van uzelf.”
De hele bijbel door zien we dat God niet een vorm van mens-zijn geschapen heeft, niet beperkt tot één ideaalbeeld dat goed mee kan komen op school. God heeft mensen geschapen die op een veelkleurige manier zijn beeld weerspiegelen. Al die mensen mogen bijdragen aan de bouw van het koninkrijk van de Hemel op hun eigen unieke wijze. Wat ik mooi vind in het democratische schoolsysteem van Sudbury Valley is het feit dat datgene dat God in de mensen gelegd heeft alle ruimte krijgt om eruit te komen. De schoolgemeenschap is gebaseerd op respect voor elkaar. Leren om samen een gemeenschap te zijn, waarbinnen ieder individu mag zijn zoals hij of zij bedoeld is.
Om nog even terug te komen op de Bijbelse geschiedenis: Er is geen god van kennis, onderwijs en letterkunde die gehoorzaamd moet worden om het Koninkrijk van de wereld in stand te houden. Wel leren de studenten om als zelfstandig verantwoordelijke mensen deel uit te maken van de maatschappij waarin we leven. Zonder zichzelf daarin te hoeven verliezen; ze hebben geleerd om keuzes te maken!
Een jaar of twee geleden zijn we zelf begonnen met het oprichten van een christelijk school op democratische basis. Dat blijkt nog niet zo gemakkelijk. We zijn ermee gestopt omdat de Kampanje, de school waar dat peutertje van toen twee nu op zit, dreigde te verdwijnen door gebrek aan studenten. We zijn nu actief binnen de Kampanje. Of we ons plan nog gaan oppakken is maar zeer de vraag.
Twee van onze kinderen hebben dit onderwijs gevolgd en afgerond, Beiden zijn zelfstandige vrouwen met een eigen bedrijf.
Ik wil u graag uitnodigen om verder te praten over het bestaansrecht van democratisch onderwijs, zeker binnen de christelijke wereld, ter ondersteuning van ons grote Bouwproject.
Mooi stuk, Heleen!