Door Suzanne Dijkstra.

Suzanne is staflid bij de Merkaba Sudburyschool. Suzanne heeft de Pabo Thomas More in Rotterdam afgerond. Daarnaast is ze directrice, secretaresse, organisator en uitvoerende kracht van IN & NI, geeft ze lezingen, ondersteunt ze bij creatieve- en expressie-delen workshops en kan ze gevraagd worden als sparring-partner. (zie ook: suzannedijkstra.nl )
Via een aantal artikelen die mij deze week op het netvlies vielen, neem ik je mee naar enkele van mijn gedachtespinsels.
Een artikel in The Economist[1] doet verslag over een uitspraak van de premier van Singapore waarin hij in een toespraak ouders hekelt voor het competitie gerichte coachen van hun jonge kinderen. Waarna hij toevoegt (inclusief grammaticale fout, waarschijnlijk door een samenvoeging ):
“Please let your children have their childhood…. Instead of growing up balanced and happy, he grows up narrow and neurotic. No homework is not a bad thing. It’s good for young children to play, and to learn through play.”
In het artikel worden enkele conclusies getrokken naar aanleiding van deze oproep. Dat de hard studerende Singaporese mensen in het algemeen last hebben van een gebrek aan creativiteit en het vermogen om lateraal te denken.[2] Deze handicaps leiden tot een nadelige concurrentiepositie in de kenniseconomie waar innovatie en inventiviteit voorop staan.
Vervolgens blijkt professor in de psychologie aan het Boston College een artikel te hebben geplaatst ‘As Childrens’ Freedom Has Declined, So Has Their Creativity’.[3]
Daarin komt ook het belang van creativiteit als ingang voor vernuft en vernieuwing naar voren. Van belang voor de economische positie van de Amerikaanse ten opzichte van andere landen in de wereld. In een recent onderzoeksrapport[4] blijkt er een voortdurende achteruitgang in creativiteit bij Amerikaanse schoolkinderen zichtbaar. De conclusie betreft een periode van tenminste 20 à 30 jaar. Hoe Gray een en ander verder uiteenzet is duidelijk en tevens verontrustend. Vooropgesteld wordt creativiteit gevoed door vrijheid. In mijn persoonlijke vertaling voeg ik hier inspiratie en intrinsiek motivatie aan toe.
In het volgende artikel[5] dat ik hier aanbreng worden de mogelijkheden van het puberbrein in een ander daglicht gehouden. Door de nieuwe onderzoeksmethoden zijn veel nieuwe waarnemingen gedaan met betrekking tot de werking van het menselijk brein. Onder meer ten aanzien van de werking van het ontwikkelend, lerend brein. Aan de hand van de waarnemingen zijn vele conclusies naar voren gebracht, in feite interpretaties van onderzoeksgegevens. Enkele wetenschappers hebben onlangs in Nature 150 studies naar het brein van adolescenten op een rijtje gezet en kwamen daardoor tot andere interpretaties. Jelle Jolles, hoogleraar hersenen, gedrag en educatie (VU) geeft eind dit jaar het boek “Alles Is Leren” uit. In het artikel wordt uitgelegd hoe jonge hersenen creatieve, innovatieve en leermachines zijn. Emotionele circuits van pubers staan helemaal afgesteld op nieuwe ervaringen en het aftasten van sociale contacten. Centraal staat wat mij betreft: Motivatie speelt een essentiële rol. Daarbij is een wezenlijk verschil tussen opgelegde en intrinsiek motivatie. Quote[5]: “Want – alweer zo’n misvatting – jongeren zijn niet lui. Als ze ergens zin in hebben of iets belangrijk vinden, beginnen ze er ook aan. Hoe ingewikkeld het ook is, en hoe lang het ook duurt.“
Met deze artikelen in het achterhoofd komen bij mij bijvoorbeeld coachingscursussen in een ander daglicht te staan. Brainstormen, slim en creatief werken, mind-mappen en meer, allemaal vormen waarbij mensen worden aangespoord een creatievere en beweeglijkere houding aan te nemen.

Via mijn ervaringen tijdens het begeleiden van schildercursisten en rond bewustwordingsprincipes, lag de grootste weerstand in het overwinnen van de aanname ‘iets goed te moeten doen’. De hobbel om van een productief naar een creatief proces te geraken. Het geeft impliciet aan hoe geconditioneerd wij reageren en functioneren. Waar en hoe hebben we die indoctrinatie geaccepteerd? Is dat niet ingegeven voor onze keuze om als maatschappij de route van het onder controle brengen en houden van het individuele kind aan te gaan? De weg waarbij we voortdurend volharden in macht, strijd en sturing om tot een verwachte uitkomst te komen. Waarna we op latere leeftijd de eigen creativiteit en de innerlijke levensvreugde terug zoeken en depressieve gevoelens bestrijden.
Werkzaam in het primair onderwijs en betrokken bij eigen kinderen in het voortgezet onderwijs kom ik tot de conclusie dat alles volgens een bepaalde stroomlijning moet plaatsvinden, zelfs tijdens de zogenaamde creatieve vakken. Het tijdstip, de materialen en de ruimte zijn vooraf vastgesteld door leraren en methodieken. Vervolgens worden geproduceerde zaken beoordeeld naar vooraf bekende en/of onbekende normen. Ik herken deze route in onze maatschappij: alles moet tot iets zinvols leiden of tenminste een vorm van succes bevatten in de ogen van ons allen. Wij leven als beoordelaars.
Mijn voorstel is dat we vertrouwen leggen in de mogelijkheden van de vrije ontwikkeling, omdat ieder mens het gereedschap ervoor in zich heeft. Dat we ruimte en tijd bieden voor leven en leren vanuit intrinsiek motivatie, dus vanuit persoonlijke keuzes.
Stel dat je iets doet om te merken hoe het voelt, hoe jij zelf het ervaart en verder niets? Terwijl je er in twee minuten mee klaar bent of er een jaar aan prutst. Wat als iets niets is en niets wordt? Wat als daar alle nieuwe mogelijkheden vorm krijgen? Creativiteit!
[1] The Economist. Wednesday September 26th 2012 http://www.economist.com/node/21563354
[2] Lateraal denken is gebaseerd op het opnieuw (anders) ordenen van de bestaande informatie om zodoende nieuwe informatie te laten ontstaan. De term lateraal denken is geïntroduceerd door Edward de Bono. Een probleem kent vaak een begin en een eindsituatie. Het denkproces is het proces van het vinden van een weg van het begin naar de eindsituatie. Normaal is de mens geneigd om een zo recht mogelijke lijn te volgen van begin naar einde via bekende wegen. Als ergens in deze lijn een onmogelijkheid of een schijnbare onmogelijkheid zit, gooien veel mensen de hele oplossing weg om een nieuwe te zoeken. Iemand die lateraal denkt gaat verder met de ingeslagen weg met de gedachte van “Stel dat het wel mogelijk zou zijn”. Hierdoor ontstaat een middel om verder te kijken dan die positie waar het schijnbaar onmogelijk leek. Dit kan leiden tot geheel nieuwe inzichten. bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lateraal_denken
[3] Psychology Today by Peter Gray . http://www.psychologytoday.com/blog/freedom-learn/201209/children-s-freedom-has-declined-so-has-their-creativity
[4] Kyung Hee Kim (2011). The creativity crisis: The decrease in creative thinking scores on the Torrance Tests of Creative Thinking. Creativity Research Journal, 23, 285-295